
René over ChatGPT
Ik was afgelopen week bij een bijeenkomst waar veel opleiders bij elkaar waren. Die opleiders (ik ben er natuurlijk zelf ook een) vinden natuurlijk dat ze essentieel zijn. Onmisbaar. De presentator van een van de sessies op die dag prikkelde op een prettige manier met wat stellingen (dank Lodewijk van Bureau Zuidema). Hij gaf twee voorbeelden waarin gedrag met externe, technische instrumenten werd beïnvloed.
Voorbeeld 1: de anekdote van een bekende van hem, die nogal wat pogingen had gedaan om meer te bewegen. Zonder succes. En toen had ie een Fitbit. Ineens wilde hij 10.000 stappen op een dag zetten. Een extrinsieke prikkel. En toch veranderde zijn gedrag op een manier die hij eerder niet voor elkaar kreeg.
Voorbeeld 2: slimme camera’s die gedrag van personen in een massa registreren. Opvallende gedragingen worden rood omcirkeld, zodat de handhaving die personen uit de massa kan halen. Ook hier is de techniek dus een factor die (erg) veel van de rol van de mens overneemt bij het beïnvloeden van het gedrag van anderen.
“Als dit allemaal kan, kunnen we dan straks een training Presenteren geven zonder een trainer?”
Met alleen een camera voor onze neus? ‘Nee!!’, ‘Natuurlijk niet! We zijn onmisbaar!’ kwam terug uit de zaal vol met opleiders. Oh nee? Dat dachten taaldocenten tien jaar geleden ook. Ja, de wachtlijst voor de nonnen in Vught schijnt nog lang te zijn. Tegelijkertijd: hoeveel mensen leren een taal via Duolingo? Natuurlijk, iedereen kan nu de voorbeelden opnoemen van mensen die ze kennen, waaronder zichzelf waarschijnlijk. Zij beheersen een vreemde taal uiteindelijk maar matig. Of zijn gestopt na een korte periode. Maar hoeveel meer mensen hebben een taal ontdekt die dat anders niet hadden gedaan? En hoeveel mensen is het juist wél gelukt om een vreemde taal in zekere mate te beheersen?
De functionaliteit van een programma als Duolingo is werkelijk indrukwekkend naar mijn idee. Helemaal het microlearnen van ‘vandaag’: korte leermomenten, beloningen, herhaling, afwisseling en tips. Ik zie voor me dat we over 10 jaar een presentatie doen voor onze telefooncamera en dan via een app feedback krijgen. Op onze houding, intonatie, tempo en dynamiek. Misschien zelfs al met een suggestie voor verbetering. En mogelijk is er dan ook al feedback op de opbouw van je presentatie. Gooi die straks maar eens in ChatGPT met de vraag de presentatie in een logische volgorde te zetten, waarbij je je publiek ook omschrijft. Tot hier zou je niemand als coach of trainer nodig hebben.
“Ik denk wel dat het klopt dat functionele teksten van een beperkte omvang, waar weinig creativiteit bij nodig is, prima door een AI-tool geschreven kunnen worden.”
En wat betekent het voor schriftelijke communicatie? Hoeft niemand meer schrijfvaardigheden te ontwikkelen? ‘Niemand’ en ‘niks’ is te veel gezegd. Maar ik denk wel dat het klopt dat functionele teksten van een beperkte omvang, waar weinig creativiteit bij nodig is, prima door een AI-tool geschreven kunnen worden. Niet door schrijvende medewerkers van een organisatie, niet door externe tekstschrijvers. En daarmee is het ontwikkelen van deze groep schrijvers voor zulk soort teksten niet meer zo nodig. Fijn! Want daarmee ontstaat er ruimte. Veel ruimte. Ruimte om aandacht te besteden aan een beter en kwalitatiever MENSELIJK contact. Zowel via tekst als via spraak. Dat is de ruimte waar de goede opleiders zich mee onderscheiden. Of nee, de goede opleiders besteden nu al aandacht aan menselijk contact. Die toegevoegde waarde zit daar al. En die blijft.
Denk ik. Maar wat weet ik nu? Alles staat immers op losse schroeven met deze gamechanger. Hoe denk jij dat je jezelf ontwikkelt de komende 5-10 jaar? Juist alleen met hulp van een inspirerende trainer of coach? Of gaan alle basisvaardigheden straks zonder tussenkomst van een mens? Lijkt je dat wat?
Na al die speculaties over ChatGPT is het tijd om hem zelf uit te proberen. Gelukkig. Ik merk gelijk: wij – taalopleiders – zijn vooralsnog wel nodig… Anders had ik de onderstaande tekst wel gekopieerd en geplakt in dit artikel.
Ik: “Kun je een artikel schrijven in de ik-vorm van 700 woorden over de impact van ChatGPT voor opleidingen in schrijven in Nederland?”
ChatGPT: “Ik, ChatGPT, ben een kunstmatige intelligentie ontwikkeld door OpenAI en ben getraind om natuurlijke taal te verwerken en te genereren. In de afgelopen jaren heb ik een groot aantal toepassingen gezien, waaronder opleidingen in schrijven. In Nederland heeft de komst van ChatGPT een significante impact gehad op hoe studenten worden opgeleid in schrijven.
In eerste instantie was de introductie van ChatGPT als tool voor schrijfopleidingen gericht op verbetering van de efficiëntie. Studenten konden snel feedback krijgen op hun werk en konden direct aan de slag met verbeteringen, waardoor ze sneller konden groeien in hun schrijfvaardigheden. Dit was een verandering ten opzichte van traditionele methoden, waarbij studenten op basis van fouten en opmerkingen van een leraar moesten werken.
Maar de impact van ChatGPT ging verder dan alleen de snelheid van leren. Door de toegang tot een kunstmatige intelligentie die specifiek is getraind op taal, konden studenten ook op een dieper niveau werken aan hun schrijfvaardigheden. ChatGPT kon hen helpen bij het formuleren van ideeën en het verbeteren van de structuur en stijl van hun stukken. Hierdoor kregen studenten niet alleen snel feedback, maar ook gericht en gedetailleerd advies over hoe ze hun schrijfvaardigheden konden verbeteren.
Bovendien was ChatGPT ook een geweldige manier om studenten uit hun comfortzone te halen. Doordat ze konden schrijven over een breed scala aan onderwerpen en konden experimenteren met verschillende schrijfstijlen, kregen ze de kans om zichzelf op nieuwe manieren uit te drukken en te ontdekken wat hen inspireerde. Dit was vooral belangrijk voor studenten die misschien vastliepen in hun schrijfproces of die op zoek waren naar nieuwe uitdagingen.
Naast de praktische voordelen voor de studenten, bracht de introductie van ChatGPT ook veranderingen voor leraren en opleidingsinstituten. Leraren kregen de kans om zich te concentreren op meer individuele begeleiding en coaching, in plaats van alleen beoordeling en feedback. Dit resulteerde in een meer persoonlijke en effectieve leerervaring voor studenten. Opleidingsinstituten konden ook meer flexibiliteit bieden in de manier waarop ze les gaven, waardoor ze sneller konden inspel…”