Vóór mijn pastoor bv-tijdperk gebruikte ik wel eens expres moeilijke woorden. Al vind ik ‘moeilijk’ een groot woord. Noem het ‘dingen wat ingewikkelder omschrijven dan nodig’. Ironisch genoeg is er een moeilijk woord voor het gebruik van moeilijke woorden: complificatie.
Dat lees ik in deze column van Teun van de Keuken. Hij vindt het maar moeilijkdoenerij dat koffietentjes een barista hebben in plaats van een barman. Ik vind een barman niet hetzelfde als een barista. Toch snap ik zijn punt wel.
Moeilijke woorden sluipen er soms iets te gemakkelijk in. Zo noemde ik laatst opeens de term ‘customer journey’. Waarna ik me bedacht dat daar ongetwijfeld een minder moeilijk woord voor is. Maar ik deed het niet expres dit keer. Hij sloop erin.
Ingewikkelde zinnen dan. Díe sluipen er pas gemakkelijk in. Vaak met dank aan de komma. Ter illustratie heb ik een willekeurige zin uit een willekeurig artikel geplukt:
“Net zoals onze mogelijkheden voor het verzamelen, opslaan en analyseren van informatie toenemen, neemt de vraag naar mensen met kwaliteiten op het gebied van datawetenschap toe”.
Dit is geen heel ingewikkelde zin. Ik kom ze dagelijks ingewikkelder tegen. Maar toch is ook deze zin al duidelijker als je de komma vermijdt. Dit is hoe ik de zin zou herschrijven:
“De vraag naar mensen met kwaliteiten op het gebied van datawetenschap neemt toe. Net zoals onze mogelijkheden voor het verzamelen, opslaan en analyseren van data”.
Ik vind dat de komma in onze taal iets te veel wordt misbruikt. En verbaas me erover dat in deze pol maar liefst 86% van de stemmers aangeeft: ‘Er kunnen niet genoeg komma’s staan. Duidelijkheid voor alles’. Voor mij zijn komma’s juist een toonbeeld van complificatie. Daarom heb ik in dit blog niet één komma gebruikt*. Want: duidelijkheid voor alles.
*Afgezien van de voorbeeldzin natuurlijk.